In Trouw van afgelopen zaterdag betoogde Rosita Steenbeek dat vrouwelijke vormen van beroepsnamen (politica, schrijfster) emancipatoir juist goed zijn: ze maken zichtbaar dat ook vrouwen deze beroepen uitoefenen, en zou daarmee de gelijkheid tussen man en vrouw versterken en acceptatie van vrouwen in traditioneel “mannelijke” beroepen bevorderen.
Ik begrijp de redenering van Steenbeek, maar kan het er om twee redenen niet mee eens zijn. In tegendeel: ik denk dat het handhaven van genderspecifieke beroepsnamen juist een averechts effect heeft, in elk geval op de lange termijn.