Onlangs kreeg ik vreselijke digitale ruzie met A. Geappte scheldpartijen, steeds langere e-mails vol argumenten en verwijten over en weer, felle passie en ijskoude redelijkheid, culminerend in een dikke streep onder de vriendschap: zo’n ruzie. Dankzij die ruzie weet ik weer waarom de stenen boekwinkel nog onverminderd bestaansrecht heeft, en dat hopelijk ook altijd zal behouden.
Het begon onschuldig. Dacht ik. Ik wil mijn boeken verkopen, en verwijs mensen daartoe graag naar Bol.com, niet omdat mijn boeken daar leverbaar zijn (want dat zijn ze bij de webwinkels van álle boekhandels), ook niet omdat Bol lage verzendkosten hanteert (want van de andere boekwinkels weet ik dat niet eens), maar domweg omdat Bol mij geld geeft als ik klanten naar ze doorstuur. Met enige regelmaat plaats ik dus berichtjes in mijn Twitter-feed en op mijn Facebook-pagina dat mijn boeken nog steeds verkrijgbaar zijn, met een link naar de werken zelf bij Bol.com.
Zo ook twee weken geleden.
Binnen tien minuten was A in de digitale pen geklommen om mij per WhatsApp voor rotte vis uit te maken.