Nu ook in Het Parool (22 januari 2015):
Veel te veel is al gezegd over de noodzaak—of zelfs de verplichting—van Moslims om de Charlie Hebdo-moorden te veroordelen en daar afstand van te nemen. De meest verleidelijke redenering daaromtrent, van filosoof Frank Meester in Het Parool van afgelopen zaterdag, is bewonderenswaardig pragmatisch: het is nu eenmaal zo dat het gedrag van enkelingen (of het nu skinheads zijn of fundamentalistische moslims) de perceptie van velen bepaalt. Als herkenbare Moslim word je geassocieerd met de daden van je geloofsgenoten; dat kan je alleen vermijden door uitdrukkelijk afstand te nemen.
Maar dat is natuurlijk de omgekeerde wereld. Het begint ermee dat een meerderheid van onnozelen ervoor kiest om alle Moslims over een kam te scheren, in plaats van zich te realiseren dat de djellaba-dragende buurman, de uitbater van de buurtsuper, en de oogarts met de Arabische achternaam net zo weinig relatie hebben met Charlie Hebdo als zijzelf met de IRA of de Unabomber. Dat is de verwerpelijke essentie van discriminatie en racisme: een hele groep veroordelen op basis van het gedrag van enkelen die toevallig van diezelfde groep lid zijn.