Geboren en getogen in Amsterdam begon ik met schrijven zodra ik had geleerd om zinnen te bouwen, eerst handgeschreven in steeds hogere stapels blocnotes, daarna op een eeuwenoude en monsterlijk grote IBM-typmachine die ik van een vriend van mijn moeder kreeg.
Sinds 2003 bouwde ik aan een carrière in prijswinnend Engelstalig kort werk, met name in de genres science fiction en fantasy. Mijn Nederlandstalige carrière nam een aanvang in 2013, toen uitgeverij LINK mijn korte science fiction-verhalen Ontmoeting met Vormgever en Mashup uitgaf in hun Short Fiction-reeks.
In augustus 2020 verscheen mijn eerste Nederlandstalige spannende verhaal Wiegelied. In februari 2021 debuteer ik bij De Boekerij met mijn thriller Klaverblad.
Ik word in Nederland vertegenwoordigd door Maarten Boers Literary Agency. Neem contact op via de Contact-pagina.
Bekijk alle berichten van Floris Kleijne →
Wiegelied: Neil en Harri worden opgejaagd door de spookachtige, vervloekte klanken van een schijnbaar onschuldige melodie. Lukt het ze om het verleden te confronteren, en zichzelf zo te bevrijden?
Zomerfeest bij gaslicht: Het enige wat Annabelle wilde was een knallend zomerfeest organiseren. Maar als alle voorbereidingen fout beginnen te lopen, gaat ze aan zichzelf twijfelen. Saboteert ze haar eigen feest? Wíl ze onbewust dat het misloopt? Is ze… is ze gek aan het worden?
Vandaag werd de shortlist bekendgemaakt van de MAX Bronzen Vleermuis 2021, de debuutprijs van het Nederlands Thrillerfestival. En jawel: Klaverblad staat bij de laatste zes! Op 24 oktober tijdens het Boekenfestival in Zoetermeer volgt de ontknoping, bij de uitreiking van de Gouden, Zilveren en Bronzen Vleermuizen. Omroep MAX gaat er uitgebreid aandacht aan besteden. omDuimen maar!
Wat een vrolijk nieuws: vandaag hoorde ik dat Klaverblad met veertien andere boeken op de longlist staat voor de MAX Bronzen Vleermuis 2021, de debuutprijs van het Nederlands Thrillerfestival! Er volgt nog een shortlist van 6, en dan op 24 oktober tijdens het Boekenfestival in Zoetermeer de uitreiking van de Gouden, Zilveren en Bronzen Vleermuizen. Duimen maar!
De Uitgelichte lezersbrief in Trouw van maandag 21 juni bewoog mij onmiddellijk tot een woedende reactie. De Trouw-redactie heeft er (gelukkig?) de scherpe randjes af geredigeerd en hem vervolgens integraal geplaatst, ook in de rubriek Uitgelicht. (Klik op de afbeelding om de brief te lezen.)
Dit bericht heeft op verschillende sociale media inmiddels vele reacties ontlokt, naast bijval ook veel protest en tegenwerpingen (uiteraard vooral van mannen). Een paar punten komen telkens weer terug, zo vaak dat het de moeite waard is om die onderaan dit bericht te benoemen.
Van vrouwen en meisjes verwachten dat ze zich minder uitdagend kleden voor het gemak en (godbetert!) de veiligheid van mannen? Dat is willens en wetens plaatsnemen bovenaan de glijbaan naar de burqa.
Ja, het zou deel moeten uitmaken van elke goede opvoeding om kinderen te leren dat ze zich met hun kleding moeten aanpassen aan de gelegenheid. Maar dat is een totaal andere discussie. Het gaat er nu over dat het meisje dat zich luchtig kleedt niet verantwoordelijk is voor het ongemak van degene die naar haar kijkt. Dat staat volkomen los van de vraag of de kleding gepast is.
Bovendien is een discussie over gepaste kleding op school pas aan de orde als helder is wat ‘gepast’ in die context betekent, en daarover verschillen de meningen nogal.
Als de gewraakte kleding strijdig is met de kledingvoorschriften van de school, is er geen discussie. Dan is het een kwestie van handhaving van schoolregels. Maar ook dat staat volkomen los van het ongemak en (godbetert) de veiligheid van de docent die naar de meisjes staart.
Wel moeten die kledingvoorschriften dan bekend, duidelijk en vooral redelijk en uitlegbaar zijn. Dit soort kledingvoorschiften lijken immers veelal zowel vooral gericht op, als gehandhaafd richting, meisjes. Een school moet zich afvragen welk doel met die kledingvoorschriften wordt gediend, en hoe redelijk en uitlegbaar ze zijn.
Vandaag, zaterdag 5 juni, heeft Klaverblad tot mijn enorme vreugde de Schaduwprijs gewonnen, de jaarlijkse prijs voor het beste thrillerdebuut van het afgelopen jaar (naast de Gouden Strop voor de beste thriller).
De uitreiking vond plaats in de Bibliotheek Utrecht. Na de Zilveren Strop voor het beste spannende korte verhaal (gewonnen door Hugo Luijten) en de Hebban Thrillerprijs (Toni Coppers) was het moment daar dat de winnaar van de Schaduwprijs bekend werd gemaakt. Het was een onbeschrijflijk gevoel om op dat moment mijn eigen naam te horen, en de titel van mijn eerste boek. In de meest letterlijke zin werd een van mijn grootste dromen werkelijkheid. (Daarna kreeg Bernice Berkleef de Gouden Strop.)
Vanwege de coronamaatregelen konden alleen de genomineerden, juryvoorzitters, organisatie en pers aanwezig zijn. Maar verder kon iedereen de uitreiking als livestream volgen via de website van de Bibliotheek Utrecht.
Nu ga ik even buiten adem achterover zitten, na het verwerken en beantwoorden van een tsunami aan reacties op social media, WhatsApp, e-mail en telefoon. Wat een dag. Zelfs Volkskrant, AD, Telegraaf en Nu.nl hebben het nieuws opgepakt!
PS: De organisatie blijkt ook nog eens een fantastische boektrailer te hebben gemaakt:
Vers van de pers: Klaverblad is genomineerd voor de Schaduwprijs, de prijs voor de beste nieuwe thriller van het afgelopen jaar! De Schaduwprijs is de debuutprijs naast de Gouden Strop voor de beste thriller.
De winnaar van de Schaduwprijs wordt bekendgemaakt tijdens de uitreiking van de Thrillerprijzen in de theaterzaal van de Bibliotheek Utrecht, aanstaande zaterdag 5 juni van 13:30-14:40. Deze uitreiking wordt gelivestreamd vanaf de site van de bibliotheek. En van 16:00-17:00 is er in Broese Utrecht een massale signeersessie met alle winnaars en genomineerden (naast de Schaduwprijs en de Gouden Strop ook nog de Hebban Thrillerprijs en de Zilveren Strop).
Na alle fijne positieve reacties en mooie recensies, is deze nominatie echt wel de kers op het smörgåsbord! Wat een droomstart van wat ik hoop dat een bloeiende thrillercarrière wordt…
Gisteren verscheen in Lees Magazine van Bol.com de meest positieve recensie tot nu toe voor Klaverblad:
Kleijne zet met zijn thrillerdebuut een goed in elkaar stekend verhaal neer, met een heerlijke dosis spanning en de benodigde romantiek. Klaverblad is het meer dan waard om gelezen te worden. Kleijne zal menig thrillerfan aan zich weten te binden. Zijn mooie schrijfstijl is een feest om te lezen. De lat ligt hoog voor Floris Kleijne die met Klaverblad zijn stempel heeft gedrukt in thrillerland. Ik ben fan!
De zoveelste enthousiaste recensie voor Klaverblad! Chicklit.nl heeft zojuist hun recensie gepubliceerd (lees hem hier), en ik weet niet hoe hij positiever had gekund.
Floris Kleijne heeft met Klaverblad een ontzettend sterk en spannend boek neergezet, en dat voor een debuut. Het is een goed boek om te lezen en je leest het in no time uit.
Het is inmiddels een lange lijst van positieve reacties en recensies aan het worden. Wat vond jij ervan?
We spraken uiteraard over Klaverblad en waar het boek over gaat, over inspiratiebronnen en voorbeelden, hoe mijn eigen verleden in Amsterdam-Noord in het boek is doorgedrongen; en ook over hoe het is om als mannelijke schrijver een vrouwelijke hoofdpersoon te schrijven. (Spoiler alert: veel makkelijker dan me inleven in een gewetenloze crimineel.)
Het gesprek is live uitgezonden op Facebook, maar je kan het uiteraard ook terugkijken (helaas wel alleen op Facebook).
En ik heb een aantal exemplaren van Klaverblad gesigneerd, dus als je snel bent, kan je een gesigneerd exemplaar bestellen bij de winkel!
In Trouw van afgelopen zaterdag betoogde Rosita Steenbeek dat vrouwelijke vormen van beroepsnamen (politica, schrijfster) emancipatoir juist goed zijn: ze maken zichtbaar dat ook vrouwen deze beroepen uitoefenen, en zou daarmee de gelijkheid tussen man en vrouw versterken en acceptatie van vrouwen in traditioneel “mannelijke” beroepen bevorderen.
Ik begrijp de redenering van Steenbeek, maar kan het er om twee redenen niet mee eens zijn. In tegendeel: ik denk dat het handhaven van genderspecifieke beroepsnamen juist een averechts effect heeft, in elk geval op de lange termijn.